Maandagmorgen om 11:00 vertrokken we richting Noord-West
Spanje. Gezien het onstuimige weer in het uiterste NW, hadden we het plan om
naar Viveiro te gaan. De windvoorspelling naar die haven was 3 tot 4 Bft, eerst
uit het Noorden, geleidelijk draaiend naar NO en uiteindelijk Oost.
Na het ronden van het Ile de Sein met een comfortabele 7 tot
8 knopen op halve wind, hebben we de koers verlegd richting Noord Spanje. Met
de wind pal uit het Noorden met eerst 4 tot 5 Bft konden niet rechtstreeks voor
de wind op ons doel af, maar moesten we iets oostelijker koersen. Met de
bijdraaiende wind zouden we dat wel weer goed kunnen maken. Dat bijdraaien is
echter niet uitgekomen. Wel hebben we nog een slag gemaakt om westelijker uit
te komen, maar de wind nam toe tot een kleine 7Bft. Dat vonden we iets teveel
van het goede. Op dinsdagavond hebben we besloten om maar op een bezeilbare
koers richting Gijon te gaan, omdat we dan nog op dinsdagavond voor donker
konden aankomen. Op woensdagmorgen 05:00 uur zakte de wind helemaal weg en
moesten we op de motor verder. Uiteindelijk kwamen we tegen 20:00 uur aan.
Meteen afgetankt, haven formaliteiten afgehandeld en om 21:00 uur konden we een
fles bubbels opentrekken.
Uiteindelijk hebben we in 2 dagen en 9 uur 335 Mijl afgelegd. Dat is
een gemiddelde van 5,9 knopen. (dat is ongeveer 10,9 km per uur)
Andere schepen.
|
laatste uitzicht voor de overtocht |
Onderweg konden we na Ile de Sein al geen land meer zien en
pas
10 mijl
voor aankomst zagen we Noord Spanje. Meestal konden we rondom niets zien,
alleen maar de horizon, alsof we alleen op de wereld waren. Op de plotter kon
je wel andere schepen met AIS zien, meestal op meer dan
20 mijl afstand. Veel
vissers, een enkele veerboot en een aantal vrachtschepen. Geen enkel zeiljacht
gezien onderweg.
Tijdens de tweede nacht
heb ik een keer een visser moeten ontwijken en is er een keer een visser op
2 mijl achter ons langs
gepasseerd en tegelijkertijd een vrachtschip
2 mijl voor ons langs. Als
een schip met AIS binnen
1
mijl komt, gaat het AIS alarm af.
Wachtindeling.
Omdat Elly niet graag in donker vaart, heeft Gerard de
nachten voor zijn rekening genomen. Dat hield in, dat hij in de avond en ’s
morgens een paar uur sliep en in de middag sliepen we om beurten een beetje
bij. Omdat we met z’n tweeĆ«n zijn, ervoeren we dit als ongezellig. Twee nachten
waren voor ons genoeg.
Wat is er te zien.
De eerste dag waren er nog meeuwen en Jan van Genten en
kregen we op een gegeven moment bezoek van een stuk of 10 dolfijnen. Ze zwommen
steeds rond de Umata en de een probeerde nog hoger uit het water te komen dan
de andere. Soms sprongen ze ook met een aantal tegelijk uit het water. Helaas niet op een foto kunnen vastleggen.
Aankomst
De dieptemeter geeft dieptes tot 200 meter aan. Zodra je
echter van het continentaal plat komt, wordt de diepte vrij snel tussen de 4000
en 4800 meter.
Voor de Spaanse kust gaat het dan binnen 20 mijl van 4800 naar een
meter of 200. een paar mijl uit de kust is het nog 40 meter diep. De Noordzee
is ter vergelijking tussen de 30 en 40 meter diep.
Door deze snel oplopende zeebodem, ontstaat er een deining
in het water. Deze kan zelfs bij rustig weer oplopen naar dalen waarin je een
ander schip op een gegeven moment niet meer ziet.
We waren op alles voorbereid. In diverse pilots staat
beschreven hoe je door de hoge deining de krappe haveningang van Gijon
ingesmeten kunt worden; dus alles dicht, de bimini nog niet op, hoewel de zon
behoorlijk brandde, en afwachten, wat ons te wachten stond! Nu, helemaal niets,
het was appeltje, eitje, we boften.